Lob - Forehand

De lob (lift) forehand is een hoge slag vanuit het rechtervoorveld naar het achterveld. Het doel is tijd winnen om zelf terug te gaan naar de basispositie en om de tegenstander naar achter te dwingen.

Hieronder kan je de uitleg vinden voor Beginner, Gevorderde, Competitiespeler en Trainer.

Beginner

Voorbereiding:
Beweeg naar rechtervoorveld: linkervoet kleine stap, daarna uitvalspas met je rechtervoet.

Uitvoering:
Shakehandgrip
Rechterarm maakt een korte felle achterzwaai (vóór je lichaam) met naar achter gehoekte pols.
shuttle onderhands slaan en pols naar voren bewegen.
arm helemaal doorzwaaien naar boven.

En weer terug naar de basispositie:
Strek je rechterbeen.
Met aansluitpas (chassé) terug naar basispositie.
Houd daarbij je rechterbeen voor de linker (niet draaien).


Gevorderde

Voorbereiding vanuit de basispositie:
Actieve basishouding
Linkervoet kleine stap, daarna uitvalspas met je rechtervoet.
Je tenen wijzen (globaal) in de looprichting.

Uitvoering van de slag:
Shakehandgrip
Rechterarm maakt een korte felle achterzwaai (vóór je lichaam) met naar achter gehoekte pols.
Racket vooraf losjes vasthouden, zodat de knijpbeweging zelf al het racket extra in beweging zet.
Shuttle onderhands slaan en pols naar voren bewegen.
Korte doorzwaai.

En weer terug naar de basispositie:
Meteen na de slag terugveren vanuit de uitvalspas, de beweging terug naar de basis inzetten.
Strek je rechterbeen.
Met aansluitpas (chassé) terug naar basispositie.
Houd daarbij je rechterbeen voor de linker (niet draaien).


Competitiespeler

Voorbereiding vanuit de basispositie:
Split step, waarbij je de linkervoet iets eerder landt, zodat je meteen naar rechts beweegt.
Vanuit de split step naar uitvalspas met je rechtervoet.
Je tenen wijzen (globaal) in de looprichting.
Variant: je gebruikt de kruispas als je een grotere afstand moet afleggen.

Uitvoering van de slag:
Verkorte shakehandgrip
Rechterarm maakt een korte felle achterzwaai (vóór je lichaam) met naar achter gehoekte pols.
Racket vooraf losjes vasthouden, zodat de knijpbeweging zelf al het racket extra in beweging zet.
Shuttle onderhands slaan en pols naar voren bewegen.
Je gebruikt je andere arm als balans en strekt die ook op het moment dat je je rechterarm strekt.
Korte doorzwaai.

En weer terug naar de basispositie:
Meteen na de slag terugveren vanuit de uitvalspas
een korte herstelchassé
met chassépas / kruispas terug naar basispositie.
Houd daarbij je rechterbeen voor je linkerbeen.

En er is een gemaskeerde variant bij de trickshots.


Trainer

Afwijkingen

  • Voet wijst niet in de looprichting. Nadelen: het lichaam gaat dan wat voorover staan, shuttle wordt lager gepakt en je bent minder snel terug. Daarnaast is de kans op enkelverzwikking veel groter. 
  • Geen balans arm: je bent langzamer terug, minder flexibel. 
  • Te lang doorzwaaien: dat kost te veel tijd, je bent te laat terug.