Grip
De grip is de manier waarop je met je hand het racket vasthoudt. Ja, dat kan nogal verschillen!
Hieronder kan je de uitleg vinden voor Beginner, Gevorderde, Competitiespeler en Trainer.
Beginner
Er zijn in de basis twee manieren om je racket vast te houden: bij het spelen van een forehand-slag hanteer je de shakehandgrip (in het plaatje forehand grip genoemd, en spelen de backhand met de backhandgrip:
Stap voor stap:
- Geef het racket een hand
- Draai het racket 5 graden met de klok mee zodat de lijn in de bodem van de V valt;
- Aan de binnenkant van het racket waar je duim ook zit, zie je nu de bespanning verschijnen;
- Het racket ligt los in de hand en tussen de hand en het racket zie je ruimte voor een vinger;
- Je duim ligt tussen de middelvinger en de wijsvinger;
- En de wijsvinger ligt een vingerbreedte van de middelvinger af;
- Tussen de middelvinger en de ringvinger ligt ook een klein beetje ruimte;
- En de pink ligt tegen de ringvinger aan.
In de shakehandgrip stuur je het racket met het middelste kootje van je wijsvinger aan de 'achterkant' van de racketgrip.
Veel gemaakte fouten zijn:
- Een rechte wijsvinger helemaal aan de achterkant. Je stuurt dan met het bovenste kootje. Dan kan je wel iets beter sturen, maar je zult er nooit hard mee kunnen slaan, omdat het racket minder ver naar achteren kan zwaaien.
- de hamer-grip: je stuurt dan met het onderste kootje (of sommigen zelfs met de handpalm). Slaat wel harder, maar veel onnauwkeuriger.
Je gaat van een handshakegrip naar een backhandgrip door deze stappen:
- Je beweegt het racket naar je linkerkant voor rechtshandigen;
- Je duim strek je recht aan de achterkant de racketgrip;
- Je wijsvinger zakt tegen je middelvinger aan;
- Je duim steekt nu iets boven de andere vingers uit.
In de backhand stuur je met je duim aan de achterkant van de racketgrip.
Een beginnersfout is dat de duim niet de achterkant van het racketgrip stuurt, maar de bovenkant. Daarmee kan je én slechter sturen, en ook nog minder hard slaan, omdat het racket uit je hand dreigt te glippen.
Gevorderde
Iédereen is gebaat met flexibiliteit en het vermogen om snel van grip te kunnen wisselen. Dat krijg je door je racket letterlijk de ruimte te geven: in de neutrale of shakehandgrip heb je feitelijk je racket vast met alleen je duim, wijs- en middelvinger. Er moet een vinger tussen je handpalm en je racket-grip passen. Tussen het middelste kootje van je wijsvinger en je middelvinger is ook ruimte van ongeveer een vinger. Pas bij het slaan van de shuttle in shakehand- of backhandgrip sluit je je hand helemaal op de grip, met precies genoeg kracht om je raket niet weg te laten vliegen. Zo behoud je optimale vrijheid voor je racket voor een volgende slag.
Competitiespeler
De verkorte grip is de shakehand of backhandgrip, maar dan je hand opgeschoven richting de steel. Het voordeel is dat je je racket sneller van richting kan laten veranderen. Heel handig in het voorveld als er minder tijd is om op de shuttle van de tegenstander te reageren, bv. bij de net drop. De sturing is ook iets nauwkeuriger. Heel handig bij de korte service. Het nadeel is dat je minder hard kan slaan (zie de wetten van de Natuurkunde).
De verschoven grip is een (meestal shakehand) grip, waarbij het racket over de lengte-as iets is gedraaid. Dit gebruik je bij de smash en de dab. Een extra draaiïng en je krijgt gekapte slagen, of als je je racket de andere kant op draait: reverse-slagen.
Trainer
Als mensen eenmaal (een paar jaar) een verkeerde grip hebben aangeleerd, is het niet meer handig ze in het standaard keurslijf te dwingen. Wél is duidelijk dat je grips goed moet kunnen wisselen als je hogerop wilt komen.
De meest voorkomende problemen:
- de rechte vinger in de shakehandgrip. Dit geeft een veel lagere slagkracht, omdat het racket minder ver naar achteren kan zwaaien. Afhakken die vinger.
- de mattenklopper. De speler gebruikt de verschoven shakehand die je bij de smash nodig hebt voor alle slagen. Geeft een verlies van nauwkeurigheid en slagkracht. En het duurt langer voordat je naar een goede backhandgrip komt. Hoewel er sterke mannen bestaan die er mee wegkomen. Maar niet op topniveau.
- de timmerman. De speler houdt zijn vier vingers bij elkaar als een vuist. Geeft onvoldoende controle.